Reglement Olbrechtsprijs en masterscripties

Download het reglement als pdf.

1. Het Frans M. Olbrechtsgenootschap ter Bevordering van het Volkskundig Onderzoek vzw (voortaan FOG) stelt zich tot doel het volkskundig onderzoek in Vlaanderen te bevorderen. Het FOG wenst dit op twee manieren te doen, nl. 1° door een onderzoeksproject te bekronen van een erfgoedvereniging, een persoon of een groep personen, en 2° door tweejaarlijks een masterscriptie te bekronen.

2. Aan de bekroning van een onderzoeksproject met de Frans Olbrechtsprijs is een bedrag verbonden van € 2.000. Bij de bekroning van een masterscriptie wordt € 1.000 toegekend.

3. Elke erfgoedvereniging, individuele persoon of groep personen kan bij het FOG een aanvraag indienen met het oog op het verkrijgen van een formele opdracht, om binnen een termijn van zeven jaar een wetenschappelijke volkskundige studie ter beoordeling voor te leggen.

4. Een projectvoorstel wordt bij de secretaris ingediend voor 1 december. Tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur - die in het voorjaar plaatsheeft - wordt beslist over het al dan niet aanvaarden van de opdracht.

5. De kandidaten voor de bekroning van een masterscriptie dienen hun scriptie in voor 1 december van een oneven jaar te beginnen met het jaar 2013.

6. Het dossier van de projectaanvraag dient de volgende elementen te bevatten:
- alle relevante gegevens in verband met de aanvrager (naam en doelstellingen van de erfgoedvereniging,   curriculum vitae, bibliografie, enz.);
- (werk)titel en gedetailleerde beschrijving van het project (max. 2 blz.);
- het beoogde resultaat en de gehanteerde methode;
- toelichting bij de relevantie, het innoverend karakter en het wetenschappelijk belang van het project;
- de plaats van het voorgestelde onderzoek binnen de studie van de volkscultuur in Vlaanderen en   daarbuiten;
- een stappenplan of werkschema;
- een gedetailleerde lijst van informatiebronnen;
- informatie over de vorm waarin de resultaten van het project zullen worden gepresenteerd.

7. Indien de Raad van Bestuur instemt met het toekennen van de opdracht in verband met het onderzoeksproject, wordt de kandidaat hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. De looptijd van zeven jaar neemt een aanvang op de datum waarop de Raad van Bestuur het onderzoeksproject heeft aanvaard. Een opdracht die na zeven jaar tot geen eindresultaat heeft geleid, vervalt. Bij het aanvaarden van een onderzoeksproject stelt de Raad van Bestuur deskundigen aan die de opdrachthouder tijdens de voorbereiding van het project op zijn/haar verzoek advies verstrekken.

8. Een opdrachthouder dient de neerslag van het onderzoeksproject - het manuscript van de studie of het onderzoeksrapport bv. - in drie exemplaren bij de secretaris in te dienen. Deskundigen beoordelen de wetenschappelijke waarde van het werk en brengen hierover schriftelijk verslag uit aan de Raad van Bestuur. Ook voor de prijs voor de masterscriptie worden deskundigen aangesteld. Op basis van het advies van de deskundigen neemt de Raad van Bestuur een beslissing over het al dan niet bekronen van een onderzoeksproject met de Frans Olbrechtsprijs of het al dan niet bekronen van een masterscriptie. Tegen de beslissing van de Raad van Bestuur is geen verhaal mogelijk. De secretaris bewaart de verslagen van de deskundigen. De gemotiveerde beslissing van de Raad van Bestuur wordt aan de opdrachthouder of scribent schriftelijk overgemaakt.

9. De ingezonden manuscripten en masterscripties worden eigendom van het FOG en van de deskundigen. Een exemplaar van het werk wordt gedeponeerd in het archief van het FOG. Het werk is raadpleegbaar mits toestemming van de auteur; na vijf jaar vervalt deze voorwaarde.

10. Zowel het resultaat van het onderzoeksproject als de masterscriptie worden beoordeeld volgens de algemeen toegepaste criteria voor de beoordeling van een wetenschappelijk onderzoeksproject. Bij de beoordeling gaat de aandacht onder meer uit naar de beschrijving van de onderzoeksopzet, naar de wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van het onderzoeksonderwerp, de uitwerking van de probleemstelling, de verantwoording en de uitwerking van de gehanteerde methode, het creatief gebruik van de informatiebronnen, de verwerking en de presentatie van de onderzoeksgegevens en het hanteren van correct taalgebruik.

11. Dit reglement treedt in werking op 27 april 2013.